Welcome to the Virtual Education Wiki ~ Open Education Wiki
File:POERUP D4.2Ud Executive Summary in Dutch.pdf
No file by this name exists.
Samenvatting
Deze drie pagina's bevatten de Nederlandse vertaling van de samenvatting van het rapport D.4.2U ‘Beleidsadvies voor universiteiten’, ontwikkeld als onderdeel van het Werk Pakket 4 van het POERUP project. Het rapport beoordeelt EU-beleidsontwikkelingen in het hoger onderwijs en de ontwikkelingen in open leermiddelen (OER), geanalyseerd door POERUP en andere huidige OER-gerelateerde projecten. Er is rekening gehouden met informatie van de Open Education Experts Group en de Open Education 2030 serie workshops bij IPTS. Het rapport werd voltooid vóór het Opening Up Education voorstel werd vrijgegeven. Dit voorstel is dus niet in rekening gebracht.
Het rapport doet 18 aanbevelingen in negen gebieden: Innovatie - nieuwe instellingen; Accreditatie van instellingen - nieuwe accreditatie-instanties en de wederzijdse erkenning; Kwaliteitsagentschappen; Bologna-bis: competentiegerichte assessment; Evaluatie en accreditatie van modules; Financieringsmechanismen voor de instellingen en de inhoud; IPR-kwesties; Opleiding van academici; en: Verder onderzoek. Veel van deze negen gebieden zijn vergelijkbaar voor andere sub sectoren van het onderwijs, en vergelijkbaar met het Opening Up Education voorstel- hoewel soms verschillend in woordenschat of doel; enkele, zoals innovatie en Bologna-bis, zijn specifiek voor de sub sector universiteiten.
Het was oorspronkelijk de bedoeling om D.4.2U up te daten in een tweede editie op het einde van het POERUP project; maar een update bleek niet nodig gezien na een grondige review de aanbevelingen onveranderd bleven.
Gedetailleerde aanbevelingen aan de Commissie (18)
Innovatie - nieuwe instellingen
1. Zet elk jaar een concurrerend innovatiefonds op voor het ontwikkelen van een nieuwe "Europese" universiteit met een engagement om tegen lage kosten online onderwijs te ontwikkelen rond een kern aanbod van open content.
Accreditatie van instellingen - nieuwe accreditatie-instanties en wederzijdse erkenning
2. Bevorder de ontwikkeling van transnationale accreditatieorganisaties en wederzijdse erkenning van accreditaties in de hele EU.
3. Verminder de wettelijke belemmeringen tegen nieuwe vormen van HO aanbieders.
Kwaliteitsagentschappen
4. Kwaliteit agentschappen in ENQA (de European Association for Quality Assurance in Higher Education) zouden: Hun kennis van nieuwe vormen van leren verder ontwikkelen (inclusief online en afstandsleren, OER en MOOCs) en hoe ze invloed hebben op de kwaliteitsborging en erkenning; meedoen aan debatten over het auteursrecht; Denk aan de gevolgen van deze nieuwe manieren van kwaliteitsborging en erkenning; en: Zorg ervoor dat er geen impliciete niet-evidence-based vooroordeel is tegen deze nieuwe modi bij de erkenning van de instellingen, zowel publiek als privaat, waaronder for-profit (indien relevant), de accreditatie van programma's (indien van toepassing) en de beoordeling / inspectie van instellingen / programma's.
Bologna-bis: competentiegericht en niet op tijd gebaseerde assessment
5. De Commissie en andere gerelateerde autoriteiten die de Europese ruimte voor hoger onderwijs (EHEA) ontwikkelen zouden de wettelijke belemmeringen tegen nieuwe niet-studie-tijd-gebaseerde vormen van voorziening moeten verminderen: in het bijzonder door het ontwikkelen van een opvolger van Bologna in de eerste plaats gebaseerd op verworven competenties en niet gebaseerd op de duur van de studie.
Assessment en accreditatie van modules
6. Universiteiten worden aanbevolen de EVC-procedure (Erkenning Verworven Competenties) te verbeteren en procedures hiervoor op te stellen , inclusief de mogelijkheid om kennis en competenties te accrediteren die ontwikkeld zijn door middel van online en informeel leren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, OER en MOOCs, met een focus zich richten op de toelating van studenten met dergelijke geaccrediteerde studies naar eigen verdere opleidingen van de universiteiten.
7. De grotere lidstaten worden aanbevolen om elk een Open Accreditor op te richten om dergelijke studies te accrediteren die kunnen leiden tot een bachelordiploma.
Financieringsmechanismen voor de instellingen en de inhoud
8. Bevorder werken in gestandaardiseerde EU-brede syllabi voor bachelor graden in bepaalde beroepen (bijvoorbeeld geneeskunde, verpleegkunde, wiskunde, IS / IT) passend voor een EU-brede aanpak, en in het licht van een succesvolle uitkomst van dergelijke initiatieven, bevorder de ontwikkeling van een gemeenschappelijke basis van OER materiaal om deze standaarden te ondersteunen, met inbegrip van relevante open repositories en open leerboeken (idealiter samen met uitgevers).
9. Zorg ervoor dat alle openbare resultaten van EU programma's (in het bijzonder met inbegrip van Erasmus For All en Framework) open en toegankelijk worden gemaakt met een geschikte licentie.
10. Moedig de lidstaten aan om hetzelfde te doen voor hun nationale onderzoek- en onderwijsprogramma's, met inbegrip van het publieke universitaire onderwijs.
11. Moedig de lidstaten aan om hun kritisch onderzoek aan te scherpen van de basis kosten voor universitair onderwijs en overweeg de voordelen van output gebaseerde financiering voor de kwalificaties.
IPR-kwesties
12. Neem een Creative Commons licentie over en adviseer deze voor alle openlijk beschikbare educatieve materiaal betrokken bij funding. De Commissie zou deze licentie ook kunnen adviseren aan alle lidstaten.
13. Bestudeer de problemen in het moderne Europese HE systeem rond de "niet-commerciële" restrictie en maak passende aanbevelingen voor haar eigen programma's en voor de lidstaten.
14. Ondersteun de ontwikkeling van technologische methoden om meer en gestandaardiseerde informatie over IPR te verschaffen aan de gebruikers van digitale educatieve content.
15. Stel een campagne op, zowel centraal als via de lidstaten, om universitair personeel te informeren over IPR-kwesties.
Opleiding van academici
16. Ondersteun de ontwikkeling van online initiële en voortgezette professionele ontwikkelingsprogramma's voor leraren, gericht op online leren gericht op afstandsonderwijs, OER, MOOCs en andere vormen van open onderwijspraktijk en IPR-kwesties.
17. Moedig de lidstaten aan om dit ook te doen en raad het gebruik van stimuleringsregelingen aan voor docenten die zich bezighouden met online professionele ontwikkeling van hun pedagogische vaardigheden, waaronder online leren.
Verder onderzoek
18. Subsidieer onderzoek naar de verifieerbare voordelen van OER, met grotere inspanningen om dergelijke analyses te integreren met lopende onderzoek naar leren op afstand, on-campus online leren, en pedagogie; en raad de lidstaten aan hetzelfde te doen.
File usage
The following page uses this file: