Welcome to the Virtual Education Wiki ~ Open Education Wiki

D1.2ES.NL Final Report for the European Commission - Executive Summary (Dutch)

From Virtual Education Wiki
Jump to navigation Jump to search

Nederlandse Samenvatting (Executive Summary – Dutch)

  1. Het algemene doel van POERUP was om beleidsadvies te ontwikkelen om de inzet van OER (open leermaterialen) in de educatieve sector te bevorderen en om de doeleinden waarvoor instellingen OER implementeren te vergroten: openstelling van het onderwijs, een ruimere toegang (inclusief internationaal en met name uit ontwikkelingslanden), hogere kwaliteit of lagere kost voor het onderwijs - en combinaties daarvan. Dit beleid is gericht op de Europese Unie en een bepaald aantal landen, op een na alle in Europa.
  2. POERUP richtte zich voornamelijk op universiteiten en scholen, maar er werd ook aandacht besteed aan de niet-tertiair post-secundaire subsector (VET) - de 'colleges' – gezien zij vaak de loci zijn van informeel leren wat OER vergemakkelijkt, alsook cruciale loci voor de ontwikkeling van vaardigheden.
  3. De oorspronkelijke focus van POERUP was het beleid op 'nationaal' niveau (met inbegrip van de regeringen van decentrale overheden, zoals Schotland of Vlaanderen). In de voortgang van het project, gezien de gefragmenteerde omgeving voor onderwijs, werd het ook passend geacht om te kijken naar consortia van instellingen, inclusief de particuliere sector, met name MOOC (Massive Open Online Courses) aanbieders - zoals FutureLearn en OER u. Het was echter niet een doel van POERUP om beleidsaanbevelingen of een set van kritische succesfactoren voor dit soort initiatieven te produceren.
  4. POERUP zette zich aanzienlijk in voor het begrijpen van de stand van zaken van OER-initiatieven en het beleid hierrond in een aantal landen, in het kader van de bredere ontwikkeling van online leren in deze landen - maar de wereldwijde beweging naar Open Access voor onderzoeksliteratuur en algemene middelen en de bredere "Open" context. Het was echter niet een doel van POERUP om een uitgebreide database (of kaart) van alle OER- initiatieven te produceren.
  5. Inderdaad, POERUP was een project in de discipline van het vergelijkende onderwijs: een dergelijk project van vergelijkende onderwijs moet prioriteren. POERUP moest beslissen welke landen het meest relevant waren voor Europese Leven Lang Leren en binnen deze reeks van relevante landen besluiten welke landen bestudeerd zouden worden door de project partners en welke door gecontracteerde deskundigen door POERUP betaald, of in sommige gevallen via derden, niet betaald uit POERUP fondsen. Het was geen doel van POERUP om alle landen te bestuderen.
  6. De landen die POERUP bestudeerde kwamen niet alleen uit Europa, maar uit elk continent. Buiten Europa zijn we meer gericht op landen met taalkundige, culturele of politieke banden met landen in Europa, in het bijzonder de niet- Europese OESO-landen, zoals Australië, Canada, Mexico, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Er was natuurlijk veel activiteit in de VS in een steeds veranderende situatie: hier bestudeerden we een representatieve set van voorbeelden. Van de ontwikkelde, maar niet-OESO-landen bestudeerden we Argentinië, Thailand, Zuid-Afrika en zes landen in het Midden-Oosten.
  7. We wisten van een aantal voormalige gelijksoortige projecten dat de aard van een wereldwijde studie onhaalbaar is binnen de budgetten van het Leven Lang Leren programma (circa € 500K) - dus POERUP heeft er zich vooral op gericht om binnen het budget zo veel mogelijk te bereiken voor de EU. Een belangrijke strategie was om informeel samen met andere projecten en instanties ervoor te zorgen dat POERUP geen landenstudies deed, die reeds werden uitgevoerd door andere instanties. Dit was in eerste instantie tijdrovend en heeft geleid tot enkele kleine vertragingen, maar het financiële voordeel van het vermijden van onnodige landenstudies was aanzienlijk en ook de enige manier waarop POERUP kon voortgaan. Er waren ook andere positieve resultaten van het raadplegingsproces, waaronder lopende samenwerking met IPTS, UNESCO IITE Moskou, OER U / WikiEducator, CommOER / Wikipedia en OER-Azië, maar ook met een aantal onafhankelijke deskundigen. Het betrekken van deskundigen heeft geleid tot drie zeer nuttige workshops onder auspiciën van de International Advisory Committee.
  8. De eerste ronde van de landenstudies werd voltooid tegen de tijd van het voortgangsrapport, maar in overeenstemming met het werkplan, werd er in 2014 een grote update gedaan van bepaalde landen. Deze update was een zeer nuttige oefening en hierdoor werd er vastgesteld dat in de afgelopen 18 maanden een aantal landen, voorheen beschouwd als weinig actief rond OER, in feite zeer actief geworden zijn op het gebied van OER- Duitsland in het bijzonder. De initiatieven zijn allemaal gedocumenteerd in een grote database en kunnen getoond worden op een doorzoekbare OER Kaart.
  9. Een belangrijk onderwerp in het beleidsonderzoek van POERUP was om inzicht te krijgen in de manieren waarop OER communities kunnen voortbestaan zonder aanhoudende overheidssubsidies. Er werd gebruik gemaakt van Sociale Netwerk Analyse. Er werden acht casestudies geselecteerd in verschillende onderwijssectoren. Deze omvatten de scholen- gerichte projecten Digischool (Nederland, verbonden met Wikiwijs) en Bookinprogress (Italië); HO-gerichte projecten OER U (globaal), Futurelearn (UK) en BC Campus (Canada); -VET gericht ALISON (Ierland) en Re: Source (Schotland); en een specifiek MOOC project in informele volwasseneneducatie (Universiteit van Amsterdam). De analyses hebben geleid tot beleidskeuzes en een reeks aanbevelingen voor een effectieve werking van dergelijke projecten in de toekomst
  10. POERUP beleidswerk begon vroeg (zoals gedocumenteerd in het voortgangsverslag). Het was nauw verbonden met de discussie over de openstelling van het onderwijs. Drie EU-niveau beleidsrapporten werden geproduceerd in het najaar van 2013, met een samenvatting in de EU OER workshop in december 2013 gepresenteerd op Online Educa. In 2014 werden bepaalde beleidsdocumenten geproduceerd voor vijf lidstaten (Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, Polen en Nederland) plus Canada. Naast het formele beleidswerk, waren er informele beleidsbesprekingen tijdens workshops in vijf lidstaten: Noorwegen, Slovenië, Hongarije, Roemenië en Kroatië.
  11. De interne evaluator van POERUP voltooide een volledige reeks evaluaties van POERUP, gebaseerd op de reflectieve praktijk van POERUP partners en in overleg met adviseurs en belanghebbenden.
  12. Toekomstplannen van de leden van de POERUP consortium zijn de deelname aan projecten: sommige zijn al begonnen, zoals VM-PASS, eMundus, SharedOER en D-transformatie, anderen zijn als we schrijven nog steeds in proces van indiening en oordeel. Er zijn andere exploitatie stappen in de maak door nieuwe mogelijkheden, met een focus op de wiki en de database.

> File:2011 4021 FR POERUP pub.pdf


> D1.2 Final Report for the European Commission

>> POERUP